Een protestlied, tegen de leugens
Over dit lied, edities, partituren en opname: de webpagina’s van het lutherjaar 2017.
– Deze link voor achtergrond over ontstaan en verspreiding.
– Deze link voor de tekst in Duits/Nederlands (in kolommen)
– For an english version : from Luthers Works, Vol. 53, Liturgy and Hymns.
Hier enkel iets over het contra-propaganda aspect
Toen Luther vernam dat de twee broeders (ze waren van dezelfde orde als hij: Augustijnen) waren gestorven, was er verdriet èn trots (ja dat ook: dat ze het volgehouden hadden, en voor de evangelische waarheid gestorven waren). Maar toen hij vernam dat het gerucht over een laattijdige herroeping werd verspreid, kwam er verontwaardiging bij. Die uitte hij in een… protestlied, een ballade. Als je het beluistert, dan is duidelijk waarom hij in de pen gekropen is: hij wil het ‘echte verhaal’ vertellen over wat er gebeurd is en de valse geruchten ontkrachten. De bewuste verspreiding van het valse gerucht wordt zelf onderdeel van het lied, m.n. in de laatste twee coupletten. Het gaat daar over de ‘sofisten van Leuven’ (zo noemt Luther zijn collega’s). Meer info. Hier de vertaling van de laatste twee coupletten (9 en 10 in de originele versie, 11 en 12 in een latere versie).
Zij zijn voor leugens niet beducht;
om ‘t moordwerk op te smukken
verspreiden zij een vals gerucht.
‘t Geweld blijft hen drukken.
Gods heil’gen staan zelfs na hun dood
nog bloot aan lasteringen;
zij zeggen dat in laatste nood
de beide jongelingen
zich eind ‘ lijk nog bekeerden.
Laat hen maar liegen, altijd door:
‘t is vruchtloos ondernomen.
Wij danken God de Heer daarvoor,
zijn woord is weergekomen.
De zomer staat nu voor de deur,
de winter is vergangen.
De tere bloemen breken door:
Die dit heeft aangevangen,
die zal het ook voleinden.
De leugens
De bron van dit gerucht is overigens bekend. Het komt uit de pen van Frans van der Hulst (de inquisiteur, zelf géén theoloog). Hij heeft kort na het gebeuren een brief gestuurd naar Brussel en Mechelen. Daarin zegt hij dat hij van de beul zelf heeft vernomen dat ze op het laatste moment herroepen hebben, en het gezag van Rome expressis verbis hebben erkend. Hij roept de ontvangen van deze brief om deze versie van de feiten van de kansel te verkondigen als de enig ware. We weten dit omdat in 1773 pater Diercxsens het afschrift van de brief te Mechelen heeft gevonden (aantekening van Jan Pascha, prior van het Carmelieten, tevens betrokken bij het proces) en opgenomen in de tweede druk van zijn geschiedenis van Antwerpen (Antverpia nascens et crescens…). Saillant détail. Dezelfde Frans van der Hulst is ontslagen op 19 september 1523, wegens het ‘vervalsen van een akte’ in het proces tegen Cornelis Hoen. Een alt-fact teveel.
Voor de liefhebbers
De melodie van Ein neues Lied (Ur-text)
Er is enige discussie over de originele melodie van Luthers eersteling, m.n. de laatste regel. Dat gaat zowel over de nootlengte (duur) als de noten zelf. Hier de twee versies naast elkaar in de officiële kritische editie (Archiv Weimarer Ausgabe, Band 4, ed. Markus Jenny). NB: de muzieknotatie is gemoderniseerd.
slot a) staat in het Erfurter Enchiridion uit 1524. De oudst bekende editie.
slot b) staat in het tenorboekje van Walters Geystliches Gesangbüchlein uit 1524 (herdruk 1525), iets later verschenen dan het voornoemde Enchiridion maar in hun ontstaan liggen ze vlak bijeen. In latere uitgaven van het Gesangbüchlein (d.w.z. vanaf 1534) heeft Walter zich aangepast en geeft ook slot a).
Wat is het probleem? Tweeërlei: 1. De laatste regel valt uit het verwachte tempo. Beide keren is het een versnelling (je zou verwachten dat de notenwaarde onder ‘reichlich hat getzyret’ dubbel zo lang zou zijn). 2. Het bijzondere van slot b) is dat die dan ook nog eens op de dominant ipv de tonica eindigt. Een fout? Een Meistersinger-eigenaardigheid? Daar is één argument voor (al het andere spreekt ertegen): In de eerst bekende editie (Enchiridion) wordt ook de tekstregel ‘apart gezet’ van de rest. Het is een zogeheten ‘wees-regel’. Geen rijm en in de layout wordt ze van de rest van het couplet nadrukkelijk onderscheiden door een flush right. [zie in de afbeelding hieronder de regel: ‘So reichlich hat getzyret‘]. Toch blijft het ook dan muzikaal eigenaardig. De altus Franz Vitzthum houdt zich aan Walters origineel uit 1524 op zijn CD ‘Luthers Laute’. Voor polyfone zettingen is de aanpassing van de duur van de noten van slot a) aan de vorige regels blijkbaar zo voordehandliggend, dat zowel Praetorius in 1610 als Ceuleers in 2016 het onafhankelijk van elkaar zo hebben opgelost. [zie onder]. Walter’s Gesangbuchlein blijft dus ‘the odd one out’. Hij behoudt overigens wel de ‘originele’ notenlengte.
Om u te kunnen voorstellen waarover het gaat hieronder enkele scans uit de oude edities:
– Enchiridion 1524
– Walter: Gesangbuchlein (tenor) 1525 en 1537