vervolg van deel 2

FRANSE TIJD

Vanaf oktober 1797 mochten er geen openbare godsdienstoefeningen meer gehouden  worden in België (d.w.z. nu waren protestanten en rooms-katholieken gelijk(on)berechtigd). Privé mocht het op zich wel maar de situatie was ook in Nederland zo onzeker dat er geen predikanten meer vanuit het Noorden naar Antwerpen gestuurd werden. Een nieuw besluit van Napoleon Bonaparte (april 1802) stond de heropening van de kerken weer toe, maar de Hervormde Gemeente van Antwerpen was op dat moment niet meer talrijk genoeg om een kerkgebouw te kunnen aanvragen.

Als het nodig was kwam de predikant van Brussel over, of men ging daar heen.

In 1816 herrees de Brabantse Olijfberg uit haar asse en werd onderdeel van de Nederlandsche Hervormde Kerk en groeide in enkele jaren uit tot een omvangrijke gemeenschap, mede doordat het kerkgebouw dat zij toegewezen kreeg (en in 1821 in gebruik nam) in de nabijheid van diverse kazernes gelegen was. Al gauw was de gerestaureerde Annuntiaten-kloosterkerk te klein.

NEDERLANDSE TIJD

NEDERLANDSCHE HERVORMDE KERK – Antwerpen

(met een Nederduitsch-Waalsche Gemeente en een Hoogduitsche Gemeente).

  • 1816-1827      C. P. Winckel (N/D) diende voorheen als legerpredikant en kende Antwerpen al van voor de Franse tijd. Een opmerkelijke figuur, die door Floris Prims onrecht gedaan wordt in zijn Antverpiensia (zie elders op deze blog). Een preekfragment elders op deze site
  • 1827-1830      P. J.J. Mounier (N/F)
    • 1827-1829      D. F. Franck (D) aalmoezenier voor het regiment van Jenner
  • 1830                  W. F. Chr. Laak (N)
  • 1828-1830      P. J. Marcus (F/D) hulppr. van  Ds. Mounier

BELGISCHE TIJD

Na de Belgische omwenteling bleef de toestand lange tijd zeer onzeker. Toen generaal Chassé (lid van de protestantse kerk!) uiteindelijke vertrok, waren de meeste Hollanders al verdwenen (laatste kerkdienst: oktober 1830), en was het enige tijd niet bepaald bon ton om zich voor protestant uit te geven. De Anglicaanse gemeenschap deed een poging om het kerkgebouw te claimen, maar de resterende leden van de kerkeraad en bestuursraad, waaronder enkele invloedrijke Duitse handelaars, behielden het gebouw. Ze deden een beroep op de dominee van Brussel (van het hof) of van Gent (die wel gebleven was) voor bijv. een doopbediening. Onderwijl begonnen ze te ijveren voor het opnieuw ter beschikking stellen van een predikantswedde. De Belgische overheid zegde toe en vanaf 1833 vonden er weer kerkdiensten plaats, echter niet in de Nederlandse taal, maar in het Duits. Geen drie predikantswedden zoals voor 1830, maar slecht één werd toegewezen.

Het duurde tot 1841 voordat een tweede predikant kon worden aangesteld, die dan de Nederlandse en Franse protestanten zou moeten bedienen. De kerkeraad werd vooreerst niet per taal gesplitst. Dit gebeurde wel in.. toen er twee taalgroepen werden gecreëerd, gesubsumeerd onder een ‘Opperkerkeraad”.

PROTESTANTSCHE KERK VAN ANTWERPEN

(Nederlands-Frans en Duits)

  • 1833-1876      S. Spoerlein (D). Spoerlein was een Elzasser en was tweetalig: D/F
    •  1841-1849      J. A. Stoop (N/F)
    • 1849-1852      T. R. J. Stockfeld (N/F)
      • 1851-1852      J.H. Gunning – hulppredikant (N/F)
    • 1852-1862      J.B. van Waning Bolt (N/F) losgemaakt van de gemeente
    • 1863-1872      H. F. W. van Straaten (N)
    • 1872-1878      E. J. Wisselingh (N)
  • 1876-1899      J. Seitz (D)
    • 1878-1904      J. H. C. Wagener (N)
      •  1889-1891      H. Volten – hulppredikant
      •  1891-1893      B. But – hulppredikant
      • 1895-1897      D. Rook – hulppredikant
      • 1897-1900      C.J. Van Iperen – hulppredikant
      • 1900-1937      J.W. Schutte – hulppredikant
  •  1899-1918      P. Eichler (D)
    • 1905-1914      A. Daran (N):
      • N.B. tijdens de oorlog is enkel hulppredikant  J. W. Schutte aanwezig voor de Nederlandstalige diensten en gemeente. Hij  vervult op meer dan loffelijke wijze de taak van predikant en pastor. Pfr. Eichler gaat al snel geheel mee met de Germaanse suprematie over België, incl. de rethoriek van de  Flamenpolitik.

1918 opheffing Duitse predikantsplaats

  • 1920-1923      G. Barger
  • 1924- 1957     P. de Haan
    • 1937-1938      E. Richard – hulppredikant
    • 1938-1948      ?? Adriaan [en/of?] Hillegonda De Haan – hulppredikant

1937 erkenning van 2e predikantsplaats

  •                               ds. De Haan is tot zijn pensioen in 1957 de ‘senior pastor’. Daarnaast:
    • 1938-1942      P.H. van der Meer van Walcheren – 2de predikant
    • 1942-1947      W. Lutjeharms – 2de predikant
    • 1948-1953      Gerard Hartdorff – 2de predikant
    • 1948-1957      Jean Du Meunier – hulppredikant
    • 1951-1956      Coenraad N. Graaf (jeugdwerker)
    • 1954-1957      Theodorus C.E. Da Costa (2de predikant)
  • 1957-1968      Theodorus C.E. Da Costa
    • 1956-1962      Johanna J.Vogel (Jeugdpredikante)
    • 1957-1969      B.J.J.Naessens (2de predikant)
    • 1958-1975      Henri Schutte (hulppredikant)
  • 1968-1981      Willem H. Beekenkamp
    • 1968-1971      Albert H. Beukenhorst (2de predikant)
    • 1976-1978      C. De Beun (stage en 2e pred.)
    • 1976-1979      De Beun-Caproni (hulppredikante)
    • 1976-1979      G. Brevet (hulppredikant)
  • 1982-1986      Victor E. Schaefer
    • 1983-1987      Lianne de Oude (jeugdpredikante)
  • 1986-2008      Egbert A. Rooze
    • 1989-1996      Gerben Hoogterp (Stadspredikant)
    • 1989-1995      Philippe A.Beukenhorst (Jeugdwerker/jeugdpredikant)
    • 1997-                Ina Koeman (Stadspredikante) – predikantsplaats ter beschikking gesteld van het Protestants Sociaal Centrum
    •                            Lieve Van den Ameele (jeugd- en integratiepastor)
    •                            Edwin Delen (jeugd- en integratiepastor)
  • 2009-2020       Hans Neels
    • 2012-2015         Marian Knetemann (jeugd- en integratiepastor)

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *