Pleidooi voor de vrouw in het ambt (Antwerpen-Brussel, 1523)

De Antwerpse augustijner monniken die weigerden te herroepen (en dus als ketter zijn verbrand op 1 juli 1523 in Brussel), zijn vooraf natuurlijk uitgebreid verhoord, onder druk gezet om te herroepen, etc… Zonder succes. En – bureaucratisch orgaan als de inquisitie is – een overheidsinstelling – heeft men van die verhoren een samenvattend verslag gemaakt, ten einde de doodstraf te kunnen rechtvaardigen. De aanklacht is samengevat in 62 artikelen. Ze worden in 1523 al snel samen met het martelarenverslag gepubliceerd (in het Latijn, en iets later in een Duitse vertaling met toelichting per artikel). In deze opsomming van ketterse opinies zijn door de wijze van noteren nog sporen van de discussie zichtbaar. Je hoort wat de monniken hebben gezegd, en af en toe ook hoe ze hun standpunt hebben onderbouwd met bijbelteksten. Heel verrassend – en uniek voorzover ik weet – zijn de artikelen over de vrouw in het ambt. Het zijn er 4 van de 62. Het onderwerp is het priesterschap in de kerk, en m.n. de kerkelijke volmacht om ‘zonden te vergeven’ (absolutie). Hieronder hoort u a.h.w. de stem van de beide jongelingen, en hoe zij argumenteerden dat ook vrouwen delen in deze priesterlijke volmacht: Inclusieve exegese avant la lettre

Begrijpen we meteen misschien iets beter, waarom het vrouwen waren die in Antwerpen het voortouw namen bij de bevrijding van Hendrik van Zutphen (de prior van dit klooster). Een pastor/prediker die in woord en daad jou heeft laten gevoelen dat je meetelt, mee doet, als vrouw – gelijkwaardig aan mannen: zo iemand laat je toch niet het zwijgen opleggen.

  • 12. Omnes homines sunt sacerdotes coram Deo. (Alle mensen zijn priesters voor Gods aangezicht)
  • 13. Omnes homines possunt remittere peccata cujuslibet christiani, qui sciunt corripere fraternaliter proximum. (Alle mensen kunnen de zonden vergeven van eender welke christen, (namelijk zij) die weten hoe je een naaste op een broederlijke wijze moet vermanen) [ impliciet is hier Mt 18,15 al aanwezig, zie volgende artikel]
  • 14. Mulieres possunt absolvere homines a peccatis, quod intelligit de Evangelica absolutione, quae continetur ibi : Si peccaverit in te frater tuus, etc. (Vrouwen kunnen mensen hun zonden kwijtschelden; zo interpreteert hij (Hendrik Vos?) de evangelische absolutie, die hier (in devolgende bijbeltekst) is vervat: “Als uw broeder tegen u gezondigd heeft, etc.” [= Mt 18,15. Samengevat: Als uw broeder tegen u gezondigd heeft, confronteer hem ermee. Als hij tot inkeer komt, vergeef hem. That’s all.]
  • 15. Potestas Evangelica contenta ibi, “Quorum remiseritis peccata”, est potestas communis omnibus hominibus. (De evangelische volmacht hier (in volgende bijbelvers) vervat: “Van wie gij de zonden vergeeft” [= Joh 20,23. Is de paralleltekst van Mt 18,18 (waar het over ‘binden op aarde/binden in de hemel’ gaat: de sleutelmacht ], is een volmacht die gemeen is aan alle mensen)